BPV Peter

Burgerlijk Proces Verbaal opgetekend op dinsdag 6 april 2004, van Peter

Op vrijdag 2 april was ik bezig aan een graffiti tekening op het pand Elfhuizen 16. Ik had daar toestemming voor van de bewoners. Er kwamen twee vrouwelijke agenten op de fiets langs, die wilden mijn naam weten omdat ik volgend hen in overtreding was. Er kwam een discussie op gang over het wel of niet in overtreding zijn en het wel of niet opgeven van mijn naam. Op een gegeven moment zeiden ze ‘als je je naam nu niet opgeeft, nemen we je mee naar het bureau’.Ik heb toen mijn naam en gegevens aan hen gegeven. Zij vertelden mij, dat ze zouden uitzoeken of ik wel of niet een boete zou krijgen. Ze gingen weg. Later kwam Paul aanlopen, hij riep dat de politie eraan kwam. Ik pakte mijn verfspullen en rende naar binnen in het pand Elfhuizen 16. Paul gooide de deur dicht. Iedereen probeerde tegelijk de zaal in te komen, we struikelden over elkaar. Ik ben toen het dakterras opgerend. Daar heb ik gewacht. Ik wilde eigenlijk eerst aan de andere kant (Spuiboulevardkant) weggaan. Pieter zei dat ik dat niet moest doen, dat ik binnen moest blijven. Ik wachtte in het pand Spuiboulevard 317.Toen hoorde ik Paula roepen dat ze de deur gingen intrappen. Ik heb me toen verstopt in het pand waar ik was. Daar heb ik een tijdje gezeten. De agenten waren vlakbij, maar ze hebben me niet gezien. Omdat ik verstopt was, heb ik verder niets gezien.

Later op die dag is door de politie een bonnetje afgegeven aan iemand anders in ons pand. Van hem heb ik dat bonnetje gekregen. Voor de rest heb ik er niets meer over gehoord. Ze hebben ook niet naar mijn ouders gebeld, want ik ben nog minderjarig.

Dordrecht 6 april,

Peter