Aangifte Koetshuis

Document behorend bij de aangifte van xxxxxxxxx, gedaan op zaterdag 9 april 2005 te Dordrecht, tegen commandant van Dienst A.A.van Driel, de politieambtenaren S.J. Luscombe, R.C. van Pelt en de hen vergezellende politieambtenaren bij de inval in ‘ het koetshuis’ , Elfhuizen 16, Spuiboulevard 317 en de andere woning ‘het zilveren huis’.

Deze aangifte wordt gedaan in het belang van een zorgvuldige afweging bij het toepassen van politiebevoegdheden en gepaste zorgvuldigheid bij het overgaan tot vervolging. De aangifte wordt gedaan op basis van het onjuist en/of niet afwegen van het proportionaliteitsbeginsel en het subsidiariteitsbeginsel bij deze inval.

De aangifte betreft:
Huisvredebreuk en Onbevoegd binnentreden van woning of erf.

Artikel 370 Wetboek van Strafrecht Lid 1: ‘De ambtenaar die, met overschrijding van zijn bevoegdheid of zonder inachtneming van de bij de wet bepaalde vormen, in de woning of het besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, diens ondanks binnentreedt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie’

In combinatie met artikel 138, lid 1, 2, 3 en 4 Wetboek van Strafrecht:
1.Hij die in de woning of het besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringt of wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.

2. Hij die zich toegang heeft verschaft door middel van braak of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum, of die zonder voorkennis van de rechthebbende en anders dan ten gevolge van vergissing binnengekomen, aldaar wordt aangetroffen in de voor de nachtrust bestemde tijd, wordt geacht te zijn binnengedrongen.

3. Indien hij bedreigingen uit of zich bedient van middelen geschikt om vrees aan te jagen, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.

4. De in het eerste en derde lid bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen.’

Dwang
Artikel 365 Wetboek van Strafrecht : ‘De ambtenaar die door misbruik van gezag iemand dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie’

Het niet legitimeren op verzoek, van de bij dit incident betrokken politieambtenaren met uitzondering van de heer van Driel.

Aldus bij het opgetekende proces verbaal van aangifte gevoegd van zaterdag 9 april 2005, te Dordrecht,

xxxxx dhr. Oudshoorn J.M.G. Hulsman
Rivierdijk 767 Politieambtenaar namens stichting
Sliedrecht Oud Beijerland Mensenrechten Dordrecht