BPV Bas

Burgerlijk Proces Verbaal, opgenomen op woensdag 29 september 2004 te Dordrecht, van Bas

Op woensdag 1 september rond 10.00 á 11.00 uur toen liep ik vanuit mijn huis aan de Spuiweg 72, richting van het vroegere pand van slagerij Spaans, aan de Spuiweg. Het betreffende pand was een week ervoor door Boris gekraakt en dat was door de politie erkend. Het ging om de bovenwoning, die een aparte ingang heeft. Volgens de politie stond de benedenwoning nog geen jaar leeg.

Ik kwam daar, er was politie die zei dat iedereen wegmoest. Er was één politieagent, die zijn naam en dienstnummer niet bekend wilde maken. Er waren Bernd, Boris, de vriendin van Boris en ik. De eigenaar van het pand, die zichzelf als zodanig bekend maakte, was ook aanwezig. De politie zei dat het pand ontruimd werd en iedereen het pand moest verlaten en zijn persoonlijke spullen moest pakken. Daar werd geen reden voor gegeven, voor zover ik weet.

Alle spullen waren eruit en Boris moest zijn sloten er nog uithalen. Hij kreeg tien minuten om gereedschap te gaan halen om de sloten te verwijderen.

Bernd en ik zijn naar bureau Groenmarkt gegaan,en we hebben daar het verhaal verteld. Die zeiden dat de politie terecht handelde. Toen kwamen wij terug en toen was Boris nog niet terug en iedereen was eruit gezet. Ik ben toe via de achterdeur naar binnen gegaan om iedereen weer binnen te laten. De ontruiming was in mijn ogen zeker niet terecht. Toen hebben ze (inmiddels 6 agenten, die niet op de hoogte waren van de situatie) weer iedereen weggestuurd. Toen kwam Bambi en mensen zeiden tegen Bambi ‘maak een foto van die agent, want die wil zijn naam en dienstnummer niet geven’. Dat heeft Bambi gedaan, terwijl ze achter hem aanliep.

Ik zat thuis en Bambi bleef lang weg, dus ik dacht die zal wel opgepakt zijn. Toen liep ik naar buiten en kwam vrienden tegen die haar in een politiebusje hadden zien zitten. Later ben ik naar het politiebureau gegaan om haar op te halen, met de verpakking van de digitale camera die ze bij zich had. Zij konden mij niet vertellen over een meisje dat gearresteerd zou zijn. Ik had haar naam niet genoemd en zij wilde hem ook niet aan de politie geven. Een half uur later werd zij losgelaten. Ik denk dat ze rond 12.00 uur – 13.00 uur opgepakt en kwam tussen 17.00 – 18.00 uur pas weer thuis.

’s Avonds na het eten zagen we bij het pand van slagerij Spaans een kraan staan. Toen gingen we kijken en vroegen aan de ongeveer zes werklieden en hun opdrachtgever wat ze aan het doen waren en of ze daar een vergunning voor hadden, wat ze aan het doen waren van wie ze welke opdracht hadden gekregen. Ze zeiden ’de opdracht was onbewoonbaar maken, de opdrachtgever had de opdracht van eigenaar gekregen. Ze hadden geen vergunningen.’ Toen heb ik gevraagd hoeveel ze er per persoon voor kregen en dat was vierhonderd euro per persoon per uur, om het pand onbewoonbaar te maken. Dit speelde zich om 20.00 uur af. We hadden de politie al gebeld en die kwamen maar niet een half uur later kwamen er twee jonge agenten op de fiets. Die stopten de slopers niet, maar belden andere politieagenten. Die kwamen toen en zetten alles stop. Binnen werd veel gesloopt,toiletten, wasbakken,muren en het dak. Dat werd stopgezet. Toen begonnen ze nog de schoorsteen eraf te halen de politie zei dat dat ook niet mocht. Toen is één van die agenten de burgemeester gaan bellen, die burgemeester zei tegen die agent, dat heeft hij aan mij bevestigd, dat ze van binnen door mochten slopen. Toen zijn alle werklui naar binnen gegaan en hebben de kraan die zonder beveiliging op de openbare weg stond weggehaald, toen zijn ze binnen doorgegaan met slopen. Later op de avond hebben we nog een waarschuwing aan de politie gegeven omdat er iets dat op terpentine leek naar buiten sijpelde. We waren bang dat ze het in de brand zouden steken, maar dat is niet gebeurd.

Dordrecht 29 september 2004,

Bas