Rechtbankverslag Politierechter

Rechtbankverslag d.d. 30 mei 2005-06-05

De politierechter mr. De Graaf vraagt naar de persoonsgegevens van de verdachten. Job, Jim, Jan en Jurriaan. De gegevens kloppen. De rechter wijst op cautie. Ten laste wordt gelegd door de Officier van Justitie, mr. S. Gajadhar, dat op 4 december 2004 te Dordrecht is niet zou zijn voldaan aan de vordering van de politieagenten Pauli en Louis. Deze hebben gevorderd aan de verdachten om zich te verwijderen en die hebben in geen geval gehoor gegeven aan de vordering.

De Tenlastelegging

Job: Opgeruid, gewelddadig optreden tegen openbaar gezag. O.a. de opmerkingen `kom dan maken we het ze lastig´ en `ik laat me niet pakken´. Niet voldoen aan ambtelijk bevel.

Jim: Belemmering van arrestatie. Toen Pauli bezig was met aanhouding van Jesper kwam Jim en probeerde hij de aanhouding te belemmeren door met kracht te trekken.

Jan: Verzet tijdens aanhouding door Pauli. Getrapt of trappende beweging gemaakt naar een politieagent. Niet opvolgen ambtelijk bevel.

Jurriaan: Niet opvolgen van een ambtelijk bevel, vordering tot verwijdering.

Verzoek van advocate aan rechter om getuige te horen: iemand die wat weet te vertellen over hetgeen zich vooraf heeft afgespeeld tussen ruzie met de portier. Discussie met Job gezien en vervolgens Job aangehouden door de Pauli. De advocate geeft aan dat ze niet tijdig kon verzoeken om getuige te horen omdat de personalia via via pas vorige week heeft kunnen achterhalen. Rechter zegt dat het te laat is en vraagt advocate wat het belang is om de getuige te horen. Advocate zegt dat deze persoon zelf kan verklaren wat ze heeft gezien, ze is een getuige en geen mede-verdachte, zowel het belang van de verdediging als de politie en OM zal ermee gediend worden. Onafhankelijke partij in het geheel. OvJ wordt gevraagd naar haar mening. Ze wist niet over de getuige. OvJ geeft aan dat er voldoende Proces Verbaal houdende verklaringen van getuigen in dossier zijn en dat het niet noodzakelijk is om deze getuige vandaag te horen. Advocate zegt dat het juist zeer noodzakelijk is, want zij is de enige getuige als derde partij. De getuige heeft zich zelf gemeld bij de politie om een verklaring af te leggen maar heeft niet haar verhaal kunnen doen, ze is afgewezen om haar verhaal bij politie te doen. Rechter wijst verzoek af want is niet noodzakelijk om getuige op zitting te horen. Er zijn al voldoende getuigenverklaringen.

Behandeling van de zaak

Rechter (R) ondervraagt de verdachten over de feiten. Als eerste wordt Job (J)verhoord.

R: Er zijn dingen die de politie heeft verklaard die niet overeenkomen met de verklaringen van de verdachten. De OvJ heeft verwijt gedaan op basis van verhaal van de politie. Rechter wil verschil in verhaal tussen politie en de verdachten boven water krijgen. De verdachten zijn vrienden van elkaar en zijn samen naar Bibelot gegaan. Job was betrokken bij een ruzie met de portier. 2 agenten zijn gekomen naar Bibelot op verzoek van de portier. Er was niet veel aan de hand, eigenlijk was het al voorbij, maar portier wijst naar Job en politie loopt naar Job. Job liep te schreeuwen, stelt de rechter. Klopt dit? Job: Toen politie kwam was het geschreeuw al afgelopen. Het is onmogelijk dat de politieagenten het geschreeuw hebben gehoord. R: De politie zegt dat jullie weg moeten. J: ik hoorde dit wel maar wilde niet weggaan omdat ik eerst aan de politie uit wilde leggen wat er aan de hand was. R: De politie zegt dat je weg moet gaan en je beslist zelf om niet weg te gaan. Is het niet beter om gewoon weg te gaan dan zelf te vinden om te gaan praten met de politie. J: Ik ben niet weggegaan, ze vroegen naar mijn legitimatie en toen ik die wilde pakken hebben ze me in de boeien geslagen. Zonder waarschuwing. R: Politie zegt dat ze niet hebben gevraagd naar legitimatie. Politie zegt dat je niet ben weggegaan en dat je heb gezegd `je gaat dit toch niet zomaar toelaten´of iets in die trend. J: dat heb ik absoluut niet gezegd. R: politie zegt dat Job twee keer heeft geprobeerd om de groep bij elkaar te brengen en heb je weer zo´n soort opmerking gemaakt. `Kom jullie laten jullie toch niet pakken, laten we ze pakken´. Politie zegt dat ongeveer 50 mensen dreigend om zich heen stonden. J: Ik stond tegen de muur met gezicht, ik kan me niet voorstellen dat ze zich bedreigd zouden voelen.

Rechter ondervraagt Jim.

R: politie zegt dat er dreigende situatie was, kan je dit voorstellen. Jim: ik kan me niet voorstellen dat het bedreigend was voor de politie. R: er is verschil in verklaringen. De ene zegt dat er ongeveer 15 man waren, anderen zeggen 50. Bibelot gaat uit en ze lieten zich uit over deze situatie. Jim: Joop en Jesper (getuigen) gingen zich bemoeien met de situatie en toen kregen de agenten het gevoel dat ze werden ze belaagd door de groep en daarna is Jim gekomen. Jim zegt in latere verklaring dat hij er eerder bij was, strijdig met eerdere verklaring.

Rechter ondervraagt Jan

R: als de politie zegt dat je moet wegwezen moet je dan weggaan of moet je zelf bepalen om uitleg te geven. Jan: is het rechtvaardig dat je gewoon weg moet gaan? R: allemaal drongen ze op de mensen die er stonden, ze zijn niet weggegaan toen politie dat zei. De politie voelde zich bedreigd, je hebt zelf in je verklaring gesteld dat je je dat kan voorstellen. Joop (getuige) zei dat hij niet wegging. Politie zegt dat ze Jesper probeerden in bedwang te houden en toen kwam Jan erbij. Jan: Jim was gearresteerd en toen ben ik gaan kijken. Zag dat het op zo`n hardhandige wijze eraan toeging. De politie drukte het hoofd van Jim tegen de muur aan en zag dat het pijn deed aan zijn gezichtsuitdrukking. Ik heb gevraagd waarom het zo hard moest gebeuren. Toen zei de agent dat ik weg moest. R: als agent zegt je moet weggaan dan moet je ook weggaan. Het is een situatie waarbij mensen om zich heen zijn en zijn bezig om rust in de situatie te brengen. Jan: ik beschouw het roepen van ‘ opkankeren’ niet als vragen om weg te gaan. R: Ze roepen niet in juridische termen. Pauli zegt dat Jan de trap heeft gegeven op de bovenbeen. Jan zegt juist andersom, de agent trapte hem. R: De agenten stonden tegen de muur en konden niet weg. Er stonden volgens de politieverklaring 50 mensen rondom Pauli, deze geeft een wegduwtrap omdat de situatie dreigend was. De politie was al bezig met twee arrestaties en stond met rug tegen de muur.

Jan: Ze stonden niet tegen de muur, Pauli schopte mij met een achtertrap. Ik heb aangifte tegen de agent die mij heeft getrapt gedaan maar heb er nog niets van gehoord. OvJ:de aangifte is geseponeerd. Wellicht is het niet goed dat het pas hier wordt verteld. De tegen het politieoptreden ingediende klacht is ongegrond verklaard, zegt OvJ.

Rechter ondervraagt Jurriaan

R: Jurriaan krijgt vordering om weg te gaan maar doet dit niet. Jurriaan: Politie zei oprotten, opkankeren. R: is misschien geen juridische taal. Politie zei dat je weg moest. Jurriaan: hij zei opkankeren. R: allerlei verklaringen zijn afgelegd van soort burgerlijk Processen Verbaal. R: Opvalt in de verklaringen is hoe fout de politie is geweest. Sommige verklaren hoe mensen door de politie zijn behandeld. Niemand die iets zegt dat ze misschien anders hadden moeten reageren tegenover de politie.

Job: ik heb naar politie wel goed gereageerd, misschien niet tegen de portier.

Jim: heb niet verkeerd gereageerd.

Jan: ben niet verkeerd bezig geweest.

Advocaat van Jim: verwijst naar blz 64 verklaring van Jim en laat passages lezen van verklaring.

Persoonlijke omstandigheden wordt nagegaan.op verzoek van de advocaat.

Job: Heeft geen strafblad, geen uitkering, leeft van bijdrage door ouders, woont niet bij de ouders, volgt geen opleiding, doet in het dagelijks leven zoveel mogelijk leuke dingen.

Jim: heeft 1 feit op strafblad (een geldboete), studeert sociologie aan de Erasmus universiteit ten werkt bij de Hema in het weekend.

Jan: Heeft geen strafblad, werkt niet meer. Wacht op een plaats voor het conservatorium in Rotterdam, klust af en toe bij om aan geld te komen en heeft geen uitkering.

Jurriaan: heeft geen strafblad, zit niet meer op school, werkt op uitzendbureau.

Voordracht van de zaak door de OvJ

De OvJ: op 4-12-2004 gaat Bibelot sluiten en mensen komen naar buiten. Job staat bier te drinken bij sluitingstijd en praat met 2 meisjes. Portier zegt dat hij eruit moet. Job gaat niet akkoord, Er ontstaat woordenwisseling, portier doet melding bij de politie, Pauli en Louis weten van de melding. Ze treffen Job aan en deze is vervelend, werkt niet mee (gaat niet weg). De agenten waren herkenbaar als politie, moeten er orde houden, als ze zeggen je moet weg dan ga je ook weg, Geen discussie mogelijk en zeker later niet. Jesper bemoeide zich ermee. Politie moet in de gelegenheid worden gesteld om zijn werk te doen. De verdachten hebben niet gedaan wat ze hadden moeten doen, weggaan. Geen aanleiding om te twijfelen over de verklaring van de politie, want ze hebben geen belang om anders te verklaren. Politie (2) met 50 mensen om zich heen. Politie, zij zijn ook gewone mensen en kunnen niet alles tegelijkertijd doen. Wat wij (de OvJ bedoelt met wij `de agenten`, vereenzelviging van de politie met de OM) hebben verklaard is opruien in woorden zoals al eerder is aangegeven.

Jim wordt gevorderd weg te gaan, Jesper wordt aangehouden. Je moet niet praten met ze (politie) op het moment dat ze aan het werk zijn, ze zijn geen verantwoording verschuldigd aan de burger, wel aan de politie en OvJ. Niet bemoeien in zo´n situatie als mensen veel hebben gezopen, met zoveel mensen om zich heen. Het tenlastegelegde is wettig en overtuigend bewezen.

Jan kwam later in beeld. Probeer uit jezelf te gaan en in te voelen in de politie. Plaats jezelf in de situatie van de politie. `Opkankeren´ hoort niet, maar het tenlaste gelegde is wettig en overtuigend bewezen.

Jurriaan zegt dat hij niets heeft gedaan, Dat is juist het probleem, hij had weg moeten gaan, als je dat niet doet dan ben je strafbaar. Dit ten aanzien van het bewijs.

Ernst van de feiten en ernst van de omstandigheden in aanmerking genomen worden de volgende straffen geëist:

Job: is first offender, korte tijd in verzekering geweest, opruiing en het niet opvolgen van een ambtelijk bevel is wettig en overtuigend bewezen. Gezien de ernst van het feit en de manier waarop is omgegaan met zijn verantwoordelijkheid in aanmerking genomen, geldboete van €750 (15 dagen vervangende hechtenis), en voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 weken met een proeftijd van 2 jaar. Als je in komende 2 jaar een feit pleegt dan alsnog de 3 weken uitzitten.

Jim: Geldboete van €750 (15 dagen vervangende hechtenis) en voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken met een proeftijd van 2 jaar, belemmering van arrestatie en niet opvolgen ambtelijk bevel..

Jan: Beide feiten (niet opvolgen ambtelijk bevel, wederspannigheid) zijn wettig en overtuigend bewezen Geldboete van € 650 (13 dagen vervangende hechtenis) en 2 weken voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van 2 jaar.

Jurriaan: First offender, zijn aandeel is dat hij niet is weggegaan als dit wordt gevorderd door de politie. In zijn ogen heeft hij niets gedaan maar moest weggaan. Geldboete van €250 (vervangende hechtenis van 5 dagen)

Pleidooi door Advocaat

Advocaat van Job:

Eerst een paar algemene opmerkingen. Pauli en de handelswijze, is niet de eerste keer dat de politie ( Pauli) in de hand heeft gewerkt dat de situatie escaleerde door excessief optreden. Blindelings werd cliënt aangehouden, ze kregen agressieve reactie van de politie en `opkankeren´kan niet worden gezien als een bevel tot verwijdering, moet als discriminatoir worden gezien. Wat betreft het opzettelijk niet voldoen aan een bevel. Mijn cliënt wilde zijn biertje buiten drinken na sluitingstijd. De situatie was al gesust en cliënt ging richting huis. Ze hielden hem aan en bij de vraag naar identiteit pakte hij zijn pinpasje (want had niets bij zich) en werd op dat moment direct in de boeien geslagen. Verklaring van medeverdachte Jim en eigen verklaring van de verdachte en getuige wijzen erop dat mijn cliënt niet de gelegenheid heeft gehad om bevel om weg te gaan op te volgen want werd direct in de boeien geslagen en tegen de muur gehouden door Louis. Het is niet de eerste keer dat zich zulke dingen hebben afgespeeld. Het is nieuw beleid om bij standaard problemen met een portier iemand direct aan te houden. OvJ zegt dat ze (agenten) de orde moeten handhaven, heeft niet de orde gehandhaafd maar juist de chaos gecreëerd. Over Job wordt gezegd dat hij de groep heeft opgeruid door zich te verzetten en door opmerkingen te maken zoals ` je laat je toch niet pakken´, dit zijn verklaringen van 2 agenten maar kan gezien worden als een enkele verklaring. Deze verklaring is tegenstrijdig met alle andere verklaringen. Joop (getuige) heeft verklaard dat er helemaal niet zoiets is gezegd, wel tegen de portier maar niet tegen de agenten. Groep reageert enkel op de aanhouding van Job omdat ze hem zo hard aanpakten. De agent was later ter plaatse, nadat er is geroepen. Er kan niet worden bewezen dat er is opgeruid door mijn cliënt. Het gaat om een commissiedelict, onvoldoende bewijs om opruiing aannemelijk te maken. Vrijspraak ten aanzien van het tweede feit. Persoonlijke omstandigheid dat hij baan is kwijt geraakt door aanhouding. Is voornemens te studeren, heeft geen inkomen, moet met €90 per maand rondkomen. Geldboete is te hoog voor zo´n laag inkomen. Stel dat u wel tot bewezenverklaring komt dan verzoek ik u om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden door bijvoorbeeld i.p.v. een geldboete een werkstraf op te leggen. Er zou eigenlijk niet aan de hand geweest zijn als de agenten mijn cliënt gewoon lieten doorlopen. Hij was al op weg naar huis.

Advocaat van Jurriaan: Doet eerst opmerkingen over politieoptreden in het algemeen. Jurriaan schopte tegen fiets aan, maar daar kom ik straks op. Jurriaan is aangehouden doordat hij niet is weggegaan op vordering van een agent . Er is eerder een vordering gedaan, aan alle 50 mensen. Opkankeren, zeiden de agenten. De conclusie die daaruit getrokken kan worden is dat ze de mond moesten houden, niet dat ze weg moesten gaan. Jurriaan is naar zijn eigen fiets gegaan en heeft uit frustratie tegen zijn eigen fiets aangeschopt en heeft koplamp eraf geschopt. Daarom is hij aangehouden. Het is zijn eigen fiets, vernieling van eigen fiets is niet strafbaar. Conclusie is dat Jurriaan niet schuldig is aan niet voldoen aan een bevel op vordering. De processen verbaal van de agenten zelf roepen meer vraagtekens op dan dat ze beantwoorden. Vrijspraak wordt gepleit.

Advocaat van Jim: Het bevel tot verwijdering richt zich tot 50 man. Jim zegt dat het om slechte bewoordingen ging. De eerste vordering had mijn cliënt niet gehoord, was gericht naar 50 man. De tweede vordering, wegwezen. Daarop reageerde Jim met ok, maar wilde daarnaast toch nog opmerken dat hij de gang van zaken niet vindt kunnen. Toen is hij in zijn kraag gegrepen, niet omdat hij de eerste vordering negeerde, maar nadat hij de tweede vordering heeft gekregen. Hij reageerde met ok, dus was voornemens om weg te gaan, maar na opmerking over het hardhandige optreden is hij in de kraag gegrepen. Oprotten, opkankeren, is dat een vordering tot verwijderen? Het gezag van de politie staat niet meer vast anno 2005. De politie kan niet verwachten dat als je zegt dat je weg moet gaan dat mensen dan ook direct weggaan. In deze maatschappij is de mentaliteit anders. Verbalisant moet weten dat als je vordering tegen 50 man doet dat ze niet allemaal weggaan, mondigheid in deze samenleving. De politie heeft Job aangehouden op verzoek van de portier. Verbalisant had rekening met de situatie moeten houden. Te weinig bewijs, de eerste vordering om weg te gaan is onduidelijk of doel is bereikt. Bij de tweede vordering wilde Jim weggaan maar alleen wilde nog een extra opmerking maken. Voor het eerste feit vraag ik vrijspraak, voor het tweede feit is het enige bewijs hetgeen wat Pauli heeft verklaard tegen de verdachte. Het is wel een ambtsedig proces verbaal, op zich geldt dat als voldoende bewijs, maar er moet ook nog een overtuiging van schuld bij de rechter zijn. Uit de Processen verbaal blijkt dat die overtuiging moet ontbreken. Alle andere getuigen en medeverdachten, geen van hen heeft verklaard dat Jim geprobeerd heeft om Jesper weg te trekken, alleen deze agent verklaart dit. Volgens Jesper heeft Jim niet getrokken en volgens Jaap en Joop ook niet. Is slecht een mager bewijsmiddel ten aanzien van het eerste feit, vraagt vrijspraak vanwege het ontbreken van de vereiste overtuiging. Ten aanzien van het tweede feit vrijspraak, er was geen sprake van bedreigende sfeer en er was geen sprake van agressie, de enige die agressief was waren de politieagenten. Ten aanzien van het drankgebruik, Jim had maar 2 biertjes gedronken en was aldus nuchter. Je kan het Jim niet aanrekenen dat anderen wel gedronken hadden. Jim was rustig. Stel dat u toch tot een veroordeling komt dan verzoek ik u met klem om rekening te houden met de financiële omstandigheden, moet rondkomen van zijn baan bij de Hema. Toen de politie eraan kwam was er eigenlijk niets aan de hand.

Advocaat van Jan: de schoppende beweging richting Pauli, die ten laste is gelegd, klopt niet. Pauli is de enige die dit verklaart. Jan is duidelijk hierover, hij heeft niet geschopt. Jan is zelf weggetrapt. Er zijn omstanders die beweren dat Jan niet heeft geschopt. Ook de andere agenten zeggen hierover niets in hun verklaring. Ik vraag primair om vrijspraak. Als u wel tot een veroordeling komt verzoek ik u om rekening te houden met de financiële situatie, woont in een kraakpand . De voorwaardelijke gevangenisstraf is niet op zijn plaats.

De OvJ: Een tegemoetkoming in de financiële situatie door de geldbedragen in termijnen te betalen. Jurriaan moest weggaan na een gegeven bevel. Jim is twee keer gevraagd om weg te gaan, een tweede keer is te veel, hij had al bij de eerste verzoek moeten weggaan. Ten aanzien van het pleidooi omtrent respect voor de politie in deze samenleving is nonsens. Respect voor de politie is van alle tijden en is niet aan tijd gebonden. Gezag moet afdwingbaar zijn voor de politie en is het ook gezien de wet en de APV.

Het laatste woord van de verdachten:

Job: heb weinig te zeggen. Vind de staf te hoog en schrikt er een beetje van. Dat is het enige wat ik wil zeggen.

Jan: sluit zich aan bij Job.

Uitspraak door de politierechter:

Wat op die avond is gebeurd is duidelijk. De confrontatie tussen politie en anderen. Wie heeft de chaos gecreëerd en wie is hier verantwoordelijk hiervoor. Vaststaat dat ze de vordering hebben gehad om weg te gaan, Er was een dreigende situatie en dan is het niet de bedoeling om op dat moment tegen de politie in te gaan. Alle feiten zijn wettig en overtuigend bewezen. Politieverklaring is overtuigend. Duidelijk verhaal en er is geen twijfel aan de politie, we gaan er vanuit dat de politie alles goed doen. Bewezenverklaring van alle feiten. Ten aanzien van de geldboete is de eis te hoog van de OvJ. Job een geldboete van €500 (5 termijnen van €100), hij heeft drie dagen in voorarrest gezeten en dat gaat af van de straf, Jim een geldboete van € 500 (10 dagen vervangende hechtenis). Jan een geldboete van €500 ( 10 dagen vervangende hechtenis), Jurriaan €250 (5 dagen vervangende hechtenis).

Altun Bagcivan

Studente strafrecht Erasmus Universiteit Rotterdam

Stichting Mensenrechten Dordrecht

Juni 2005