BPV Belediging Adriaan

Burgerlijk proces verbaal, opgetekend op zondag 3 april 2005, te Dordrecht van, Adriaan

Op zaterdag 15 januari 2005 om 2.15 uur kwam ik met Ard en Ankie uit Bibelot en wij liepen richting Voorstraat AH, richting huis. Ik zag een paar agenten staan, ik dacht bij een paar voetgangers. Ik zag dat ze mensen aan het lastig vallen waren. Ik liep bij Direct Wonen. Ik maakte ene opmerking tegen Ard ‘Sieg Heil’ en ik liep verder. Ineens kwam er iemand achter me aan rennen, die greep me in mijn nek en zei ‘ Jij bent aangehouden’ dat zei hij op een hele agressieve manier. Hij pakte me niet zomaar in mijn nek, maar hij kneep mijn nek fijn. Ik kan daar geen raad mee, als ik door iemand die ik niet ken zo gegrepen wordt. Ik zei ‘ Je blijft van me af’ maar heb me verder geweldloos gedragen. Ik pakte zijn arm waarmee hij me vasthield en maakte me los. Toen waren Ankie en Ard erbij gekomen en vroegen wat er aan de hand was. De andere agent was redelijk rustig en netjes, die stond er bij. Ik dacht eerst ‘ zal ik wegrennen’ Hij bleef maar aan me zitten en ik zei telkens blijf van me af. Ik wilde wel vluchten maar dat had geen zin want zij waren op de fiets. Dus ik bleef staan. Ik ben al eerder veroordeeld voor iets dat ik niet gedaan heb. Daar heb ik nog last van. Ik wist niet hoe het allemaal werkte en ben niet in hoger beroep gegaan.

Ik stond daar met die agenten die wilden de boeien omdoen. Ik zeg ‘ ok boeien om’ en stak mijn handen uit. De boei was nog niet eens helemaal dicht en zodra de boei klik zei, begon hij keihard aan de boei te trekken naar benden om me pijn te doen. Ik denk ‘wat is dit nou, ik werk toch mee, verzet me toch niet’ Pas toen, toen ik de pijn kreeg, toen dacht ik dat is niet de bedoeling. Toen begon ik ook aan de boei te trekken. Ik schakelde de pijn uit. Ik had pijn en wilde geen pijn hebben. Terwijl hij aan mijn arm trok heb ik de bril van zijn hoofd gepakt. Die bril was niet kapot gegaan. Ik heb de bril later aan Ankie gegeven, die was toen nog steeds heel. Er was geduw en getrek, daarna was ik weer rustig er zat nog steeds een boei vast. Ik bleef gewoon staan. Toen kwam er politie drie of vier busjes en ze begonnen mij heen en weer te duwen. Ze begonnen weer aan die boei te trekken. Ze wilden denk ik aan die andere agenten laten zien dat ik me verzette. De agenten kwamen er gelijk aan gerend. Wat er toen is gebeurd weet ik niet meer allemaal. Ik ben in een verwurging genomen. Ik wilde de auto in ze wilden mij perse op de grond leggen in een verwurging met allemaal mensen op mijn rug. Ik zei ‘ ik wil de bus in’. Ik heb me niet verzet. Ze hebben me heen en weer geduwd zodat het leek alsof ik me verzette. Ankie heeft wel tegen die agenten gezegd ‘ doe rustig, rustig aan met hem’. Ook Ard heeft gezegd ‘doe rustig’. Allebei mijn polsen verdoofd. Horizontaal de bus in geduwd. Ze wilden me vastbinden. Dat hebben ze toch niet gedaan. Ze gingen ook niet bij me achterin zitten. Ik had heel hard met mijn hoofd tegen het raam gebonkt. Het heeft een week geduurd voor ik weer een beetje bij mezelf kwam.

Aangekomen bij de Nassauweg waren er geen problemen. Ik werd in een cel gezet. Ik ben daar een groot deel van kwijt. Niemand luisterde naar mij, niemand nam me serieus, ik mocht mijn advocaat niet spreken, ik werd er gewoon helemaal gek van schreeuwende mensen. Ik ben gevoelig voor geluid, dat is een onderdeel van mijn stoornis. Ik werd er helemaal gek van. De eerste avond kreeg ik geen schoon water. Het is het ergste dat de dokter me niet serieus nam, die pas de tweede dag kwam. Ik stierf van de pijn in mijn rug en in mijn nek. Ik kon mijn fysiotherapie daar niet doen, die nodig was voor mijn gebroken rug en nekkwetsuren. Ze wilden mijn arts niet bellen, mijn psychiater niet mijn fysiotherapeut niet. De dokter heeft maar een heel oppervlakkig onderzoek gedaan. Ze heeft niet naar mijn geschiedenis gevraagd. Ze vroeg wel of ik medicijnen gebruikte. Ik zou pijnstillers krijgen die heb ik niet gekregen want de dokter had niets op papier gezet. Ik ben twee keer verhoord en heb geen kopietjes van mijn verklaringen gekregen. Ze zeiden in het begin je bent aangehouden voor belediging, later voor verzet tegen aanhouding en mishandeling. Ik weet niet eens precies wat ‘Sieg Heil’ betekent. Het was meer een geintje richting Ard. Ik heb de tweede dag een keer met mijn advocaat gesproken. Er was te weinig tijd voor dat gesprek, ze was heel moe en ik was de laatste die ze daar sprak.

Voor het gesprek bij de RC is er ook niet echt overleg geweest met de advocaat over wat ik wel of niet zou zeggen. Mevrouw , mijn advocaat, heeft me verdedigd bij de RC, daar is mijn zaak geschorst. Tijdens het verhoor bij de RC bleek dat de politie tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd. Ze wisten niet wie er Sieg Heil gezegd had. Ik heb wel naar waarheid verteld dat ik dat heb gezegd. De dokter, mevrouw Anders, vond mij detentiegeschikt. De persoon van de reclassering vond mij niet detentiegeschikt.

Ik weet dat ik de derde dag nog een keer verhoord ben, ik heb mijn handtekening niet onder dat verhaal gezet, omdat ik het gevoel kreeg dat ik niet serieus genomen werd. Ze hadden het verhaal nog van de vorige keer toen ik vast zat. Ik heb alleen mijn handtekening onder de eerste verklaring gezet. Ik ben voor mijn aanhouding niet gewaarschuwd er is niet rustig tegen me gezegd dat ik aangehouden werd. De reclassering heeft me geadviseerd met de psycholoog te praten over hoe ik met agenten om moet gaan. Ik mocht om 13.30 uur weg na het verhaal bij de RC, maar ze hebben me tot 16.30 uur laten zitten, ze konden de papieren niet in orde krijgen, ‘de typemachine was kapot….’

Dordrecht 15 januari 2005,

Adriaan