BPV Diane

Burgerlijk proces verbaal, opgetekend op donderdag 2 juni 2005, te Hendrik Ido Ambacht van Diane

In de nacht van zaterdag 23 april op zondag 24 april, rond 02.15 uur gingen we, het groepje waarmee we waren een stuk of vijf bij het bankje staan. Een beetje wachten tot iedereen buiten was om te kijken wat we zouden gaan doen. Op een gegeven moment, we stonden daar te praten en ik zag iemand die de handboeien werden omgedaan. Dat gebeurde door een undercover agent (later heb ik vernomen dat hij J. van der G. heette). Hij werd op de grond gelegd. Hij heeft zich niet verzet, hij mopperde wel. Er was ook een vrouwelijke undercover agent die zijn hoofd vasthield. Wij gingen eromheen staan. Ik vroeg naar de jongen ‘wat is er gebeurd wat heb je gedaan?’ maar hij reageerde daar niet echt op. Ik vroeg aan de agent wat er gebeurd was, een aantal keren. Hij heeft toen meerdere malen gezegd dat we uit de buurt moesten gaan. Ik heb gevraagd of hij zich wilde legitimeren. Hij negeerde dat. Het werd steeds drukker, je zag aan de agent dat hij zich bedreigd voelde. Hij kende ons ook niet en kon ons niet inschatten. Veel jongeren begonnen hem uit te schelden. Hij reageerde met dreigen. Ik wilde net weg gaan. Hij dacht kennelijk dat ik hem iets wilde doen en toen sloeg hij mij in mijn gezicht. Hij deed dat met een vuist, -dat heb ik later ook op het politiebureau verteld- daar is een getuige van: Duco. Om me heen werd ineens geroepen ‘waarom sla je een meisje’. Duco trok mij toen naar achter en heeft me verteld rustig te blijven. De mensen om me heen raakten overstuur. De agent die me sloeg had een petje, kort haar want het kwam niet onder de pet vandaan. Hij was normaal wat betreft lengte. Je kon merken dat de agent daar agressief op reageerde. Later bleek dat hij ook met anderen bezig was geweest. Ik ging weer terug naar die agent, ik was boos op hem en zei dat ik zijn gezicht zou onthouden en dat ik hem aan zou klagen. Voor mij was dat een opluchting. Ondertussen was de man die ze hadden aangehouden ontsnapt, geboeid en al. De agenten waren er zelf ook van geschrokken. Ik stond met Dusty weer bij het bankje. Tien minuten later, we zaten te praten over wat er gebeurd was. Ik zag de agent met een vrouwelijke agent praten en wijzen. Er kwamen drie agenten naar mij toe, die namen beide armen vast. Ik had mijn fietssleutel in mijn hand. Een agent pakte mijn sleutels en ik werd op de motorkap gelegd en mijn handen werden achter mijn rug geboeid. De vriendelijke agent deed mijn sleutels in mijn jaszak, dat was aardig. Ik werd naar een politiebusje gebracht. Het was mij niet bekend waarom ik werd opgepakt. Ik vroeg dat aan een vrouwelijke agente die zei ‘voor zover ik weet gaat het om mishandeling’. Ik zei ‘gelijk daar klopt niks van. ‘Ik vroeg de naam van de undercover agent aan de vrouwelijke agent, die kende hem niet en zou het vragen. De agente die in het busje naast me kwam zitten zei weet je waarvoor je bent opgepakt. Ik legde alles gewoon heel open uit, ik wist niet dat ik daarvoor vast moest zitten. Zij vertelde dat het voor mishandeling was Ik vroeg wat er nu ging gebeuren en ze vertelde dat het er niet goed voor me uitzag, dat ik waarschijnlijk een nachtje in de cel moest doorbrengen. Daar schrok ik heel erg van. Ik moest van alles uitdoen, mijn sokken en mijn sieraden en mijn BH, ik werd naar de cel gebracht. Ik kende het allemaal niet het leek ook niet op de films, ik dacht dit is toch Nederland. ’s Nachts kwam er nog even een man de cel in om te vertellen dat ik vast zat voor mishandeling. Ik zou de volgende dag mijn verslag kunnen doen. Ik deed mijn best te slapen er kwamen veel mensen in en uit. Ik had een wc’tje in mijn cel en een bed. Ik vind dat ik daar goed verzorgd ben. Ik heb in totaal elf uur in de cel gezeten. Ik werd denk ik om 10.30 uur verhoord. Een vrouw kwam me ophalen en ik moest mee. Zei heeft me verhoord. Ik heb twee keer een verhoor gehad. Het eerste deel ging over de reden van mijn arrestatie. Ik vertelde wat er was gebeurd en ging huilen want ik was heel emotioneel. Ik vond het heel moeilijk. Ik weet niet wat zij typt. Ik had het gevoel dat ik op moest passen hoe zij het zei. Ze zei dat ze het aan de officier zou doorgeven. Ik heb daar drie kwartier gezeten toen werd ik weer naar mijn cel gebracht. Ik heb daar toen twintig minuten gezeten toen werd ik weer naar het verhoor gebracht en werd ik beschuldigd. Intussen was mijn moeder langs geweest, die was gebeld door een agente, maar de agenten op het bureau wisten niets en hebben mijn moeder niet geholpen en zonder hulp weer naar huis laten gaan.

De tweede keer was ze niet zo aardig de vrouw die me verhoorde. Ik heb wel volledig meegewerkt. Ze zei dat zij niet goed had gelezen, ik moest mijn reactie geven op de aantijgingen van de politie. De vrouwelijke agenten had in haar verslag gezet dat ze aan haar haren werd getrokken en omhoog keek en mij ( met naam en toenaam) zag staan. Ze vroeg mijn reactie. Ik heb ontkend dat ik dat heb gedaan. De mannelijke agent (undercover) had gezegd dat toen ik hem had bedreigd dat ik hem wilde slaan, dat ik op zijn gezicht richtte en dat hij stompen voelde in zijn maag. Dat hij collega’s had die daar getuige van waren. Ik moest dat aan die vrouw uitleggen. Ze probeerde me op mijn woorden te vangen. Ik heb ontkend dat ik dat gedaan had. Er werd geen rekening gehouden met dat ik een nacht niet geslapen had. Ik zei dat ik getuigen had en heb de namen gegeven. Ze zei tegen mij dat ze niet partijdig was maar er voor mij was. Ik heb alle aantijgingen ontkend. Ik vroeg om een kopie van mijn verklaring maar die heb ik niet gekregen. Ze hebben erna de verklaring veranderd, ik heb niet goed kunnen zien wat er veranderd is nadat ik mijn handtekening heb gezet. Ik vroeg hoe ik er nu voor stond. Ze kon me niets vertellen. Ik heb een keer gezegd dat ik me niets kon herinneren, maar als de politie het zegt zal het wel zo zijn. Je staat zo onder druk dat je gaat twijfelen aan jezelf. Het is zo moeilijk je voelt je zo klein en zo onder druk. Het was een stomme opmerking van me. Ik werd weer teruggebracht naar mijn cel. Ik werd niet geholpen toen ik een sigaretje wilde roken, het duurde heel lang. Ik werd om 14.30 uur uit mijn cel gehaald, kreeg mijn spullen terug en werd vrijgelaten. Ik ben door niemand geïnformeerd en werd gewoon op straat gezet. Verder heb ik nog niets ervan gehoord.

Dordrecht 2 juni 2005,

Diane

M. van Duuren

J.M.G. Hulsman