In de nacht van donderdag 24 maart op vrijdag 25 maart 2005, rond 02.15 uur, gingen we, Koos Klaas en ik, na wat gedronken te hebben in het Avontuur nog even naar de etalage van het CBK (Centrum voor Beeldende Kunst) op de Voorstraat kijken waar we eerder die dag een kunstinstallatie hadden neergezet. We staan voor het CBK en we stappen naar achter en leunden tegen een busje dat daar stond. Er rijdt een politieauto onze richting op, de agent vroeg of die bus van ons was, we zeiden ‘ nee’ en deden allemaal een stapje vooruit. Toen zei de politieagent dat we weg moesten. Hij zei’ Rot op’ . Toen zei Koos tegen hem, kijk even naar rechts en dan kun je zien dat we naar ons eigen werk stonden te kijken. De agent vertelde dat er iemand gebeld had voor overlast, er was iets met overlast. We waren daar pas hooguit twee minuten. We hadden niet luid gepraat of overlast gegeven. We waren trots op het werk dat we eerder die dag daar hadden gedaan.
Klaas en ik zijn bij de etalage gaan staan. Koos zei tegen die agent ‘ Ik zal je iets laten zien’. Hij liep naar de voordeur van het CBK met de sleutels in zijn hand en deed de voordeur open, is naar binnengestapt en gelijk weer naar buiten waarna hij de deur weer afsloot. Toen liep hij terug naar de politieauto en zei ‘ zie je wel sukkel, we zijn hier aan het werk.’ De agent was inmiddels uit de auto gestapt en zei tegen Koos ‘ Ik ga je aanhouden’. Koos zei rustig ‘ Ja, ok’. Hij had een verbaasde blik. De agent pakte Koos onmiddellijk vast en wierp hem tegen de voorkant van de auto. Hij boeide Koos. Koos vroeg mij zijn pijp aan te pakken. Ik deed een stap naar voren om de pijp te pakken, ik pakte de pijp en deed weer een stap naar achter. De agent greep even naar zijn stok. Ik liep naar die agent en vroeg wie hij was en waarom hij Koos aanhield, ik wilde zijn identificatie zien. De agent deed niets, ik vroeg het nog een keer. Toen pakte hij zijn wapenstok en kreeg ik een klap op mijn hoofd. Ik vroeg het weer en kreeg weer een klap op mijn hoofd. Het deed wel flink pijn en ik kreeg een bult op mijn voorhoofd. De agent was heel nerveus. Hij was alleen en hij kende ons niet. We waren niet agressief, maar bleven wel vragen om legitimatie. Zijn uniform was alleen een overjas en een klein gouden streepje. Verder was er geen bewijs dat hij een agent was.
Toen stopte ik met vragen en begon Klaas te vragen en die kreeg gelijk twee klappen op zijn hoofd, aan de zijkant. Ik heb een stapje teruggedaan en heb een shagje gedraaid. Klaas ook. Toen kwamen er drie andere auto’s een van de Nieuwbrug en de anderen van de Steegoversloot. Er kwamen agenten bij en Klaas en ik werden in de boeien geslagen. We werden echt hardhandig in de boeien geslagen. Op het bureau werden excuses aangeboden over de manier waarop de boeien vast zaten, ze werden gelijk los gemaakt.
Er was een persoon die binnenkwam en mijn geboortedatum vroeg, verder niks. Er was een vrouw die me vertelde waarom ik vast zat, voor belediging van een ambtenaar in functie.
De volgende ochtend werd ik wakker gemaakt of ik wilde douchen. Ik wilde de volle ervaring hebben, dus ik heb ja gezegd. Ik werd die dag door twee agenten verhoord, een die typte en nog een andere. Ze vroegen hoeveel ik had gedronken ik heb netjes uitgelegd dat ik tussen zeven en tien, drie glazen wijn op. Ik had niet veel gedronken, ik zou niet achter het stuur gaan zitten, maar was niet dronken. Ze noemden dat aangeschoten. Ze vroegen wat Koos had gezegd daar heb ik niets op gezegd. Ik heb ook niets over Klaas gezegd. Toen werd er gevraagd wat ik had gedaan. Ik zei dat we vanaf de bus een stap naar voren waren gegaan, dat ik uit protest tegen de opmerking van de agent ‘ rot op’ voor de etalage van het CBK gaan staan. Ik heb de verklaring getekend. Na het tekenen bedacht ik dat er een deel in de verklaring niet klopte over het gedrag van de agent. Ik kreeg geen kopie van mijn eigen verklaring.
Toen kwam een vrouw binnen en zei je kan betalen of een dagvaarding krijgen, maar Koos wil jouw € 330,00 euro voorschieten. Toen zei ik ‘nee, ik heb het wel en ik betaal het wel zelf’ Zij ging weg om de papieren in orde te brengen en ik werd naar de balie gebracht en daar heb ik betaald. Ik heb geen ontvangstbewijs gekregen, alleen een soort kassabon waarop niet stond waarvoor ik betaald had, wat ten laste werd gelegd en waar het bedrag voor stond. Ze vertelde me dat ik verder van de politie niets zou horen.
Toen stond ik zonder dagvaarding weer buiten. Ik vond het eigenlijk stom dat ik betaald had en ging terug naar binnen en vroeg naar dezelfde vrouw. Maar ik kon het niet meer omdraaien.
Dordrecht 4 april 2005,
Kees