Dordrecht 13 maart 2006,
Het was donderdag 8 september 2005, om ongeveer 21.30 uur fietste ik richting mijn huis op de Volkerakweg, vlakbij het chinese restaurant. Het was mooi weer, warm. Een politieagent die zo’n dertig meter van mij afstond en ook met de fiets was, riep naar mij ‘ doe je licht aan’. Ik dacht ‘ o mijn licht staat niet aan’. Ik kon daar niet direct stoppen omdat er allerlei auto’s geparkeerd stonden. Ik reed twintig meter door om die reden. Ik keek wel om en zwaaide naar de agent. Ik stapte af en wilde mijn licht aandoen. De agent stond ineens vlakbij en vroeg ‘heb je me niet gehoord’. Ik zeg ‘ Ik heb u gehoord, heel goed zelfs’. ‘Waarom stopte u dan niet?’, vroeg de agent. Ik zei dat ik daar niet kon stoppen. Hij vroeg of mijn licht het deed. Ik vertelde dat mijn licht het deed en verontschuldigde me ervoor dat ik mijn licht niet aan had gehad. Ik was uit mezelf gestopt. Hij zei je bent wel 15 tot 20 meter doorgefietst. Ik zei dat het klopte, omdat ik daar niet kon stoppen. Ik vroeg of dat een probleem was. Hij zei dat het een probleem was, omdat ik niet naar hem geluisterd had. Ik heb hem duidelijk gemaakt dat als ik niet naar hem luisterde dat ik dan nu niet gestopt zou zijn. Hij zei je had daar moeten stoppen niet hier. Hij wilde niet meer weten of mijn licht het deed, maar vroeg om me te legitimeren. Ik heb toen gelijk mijn legitimatie laten zien. Het was een eenvoudige zaak. Ik heb mij keurig gedragen. Ik herkende deze agent van vroeger het was een wijkagent, waar ik naar zwaaide. Hij zei dat ik een bekend gezicht had. Ik zei dat klopt ik heb een bekend gezicht als Dordtenaar. Hij vroeg waarom ik een bekend gezicht had. Ik zei misschien kent u mij van kunst of iets anders. Erna stopte hij mijn legitimatiebewijs in een van zijn zakken, hij pakte een klein schriftje en begon het een en ander te noteren (een bekeuring).
Ik vroeg of hij mij wilde bekeuren, hij zei dat hij dat wilde. Ik zei dat ik het jammer vond omdat ik niets verkeerds had gedaan. Ik kreeg een bekeuring omdat ik fietste zonder licht. Hij keek naar mijn achterlicht, dat was stuk. Daar kreeg ik een bekeuring voor.
‘Hoe is je naam?’ vroeg hij, Ik gaf mijn naam. Hij keek naar de foto en zei ‘ je bent een Turk hè? Je komt uit Kirkuk, dat ligt toch in Turkije?’ Ik zei van niet. Hij dacht van wel. Hij zei: ‘ waar ligt Kirkuk?’ Ik zei: ‘ dat is op dit moment niet zo belangrijk voor u, maar ik ben een Nederlander’. Ik zei dat serieus. Hij zei gelijk daarachter aan ‘ rustig aan, doe normaal’. Ik zei: ‘u wilt me gewoon bekeuren u heeft mijn papieren en ik ben Nederlander.’ Hij zei ‘Rustig aan je hebt verkeerd gegeten.’ Hij heeft het drie keer achter elkaar gezegd. Ik zei ‘ ik heb verkeerd gegeten, ik woon al jaren in Nederland ik heb deze uitdrukking nog nooit gehoord.’ Hij zei het gedrag dat je laat zien dan zeggen wij je hebt slecht gegeten.
In de papieren stond xxxxxxx ik zei dat we inmiddels verhuisd waren. Ik zei tegen de agent ‘ ik ga u aanklagen wegens misbruik van positie en macht en misschien van uw uniform.’ Hij vroeg ‘waarom?’ en ik zei dat hij allerlei vragen stelde die niet normaal waren. Hij zei ‘geen probleem, dat moet je dan maar doen.’ Ik was boos geworden. Ik bleef uiterlijk wel kalm. Ik wilde het liefst zo snel mogelijk naar huis. Ik heb van hem geen bekeuring gekregen, hij heeft alles op een los blaadje opgeschreven. Dat heeft hij weggestopt.
Ik ging naar huis, omdat ik geen achterlicht had mocht ik niet gaan fietsen. Ik ben gaan lopen. Het was inmiddels 21.45 uur. Ik kom thuis aan en vertelde mijn vrouw niets over het voorval.
Ik wilde het pas op een goed moment tegen haar vertellen. Normaal ga ik me eerst boven omkleden. Dat deed ik nu niet en het viel mijn vrouw op. Ik wilde vertellen van de bekeuring en hoorde ineens stemmen achter het huis.
Ik keek uit de deur en zag de agent met drie jongens bij de zijkant van het huis staan. Ik zei ‘ goedenavond, goed dat u er bent’ ‘Hoezo?’ Zei hij. Ik zei ‘ik wilde graag weten hoe u heet?’ Waarom vroeg hij. Ik zei ‘wegens misbruik van macht misschien wegens discriminatie zelfs.’ Hij zei ‘ik ben zelf halve Nederlander en half buitenlander’. Hij zei ‘je kunt helemaal niets, succes.’ Hij zei heel vlug twee keer zijn naam, maar die kon ik zo snel niet oppikken. Toen heb ik iets doms gedaan. Ik heb mijn middelvinger opgestoken naar hem. Dat heeft hij gezien. Hij zei ‘wat zei je daar? Ik ga je arresteren wegens belediging van een ambtenaar in functie.’ Hij heeft mij aangehouden, met handboeien. Ik heb mij niet verzet. Ik stond bij de voordeur, ik had geen T shirt aan. Ik vroeg of ik mijn T shirt aan mocht doen, dat mocht niet. Ik werd tegen de muur gezet. Mijn vrouw was getuige van de aanhouding.
Hij heeft de politie gebeld. Binnen vier minuten kwamen vier of vijf politiewagens aan twee busjes en drie gewone auto’s. Ik stond te wachten. Er kwam een jonge politieagent. Ze hebben me naar de Nassauweg gebracht. Die ene jonge agent vroeg wat ik gedaan had.
Ik zag bij de politie veel bekende gezichten, klanten van mij. Dat was heel pijnlijk. Ze keken allemaal verbaasd van ‘dit kan toch niet’. Ze hebben me gefouilleerd, andere agenten. Een oudere agent heeft een formulier gemaakt met daarop mijn bezittingen. Ze vroegen wat er gebeurd was. Ik heb alles verteld, ook van de middelvinger. Ik merkte aan hun reacties, dat het niet zo ernstig was als het leek. Ze keken allemaal verbaasd naar elkaar. Ze zeiden we gaan straks naar het verhaal luisteren. Inmiddels was het 22.15 uur. Ik dacht dat het snel zou gebeuren, maar dat was niet zo, ze zeiden dat het niet meer kon, dus ik moest de hele nacht daar blijven.
Ze hebben me in een cel gezet. Tien minuten later kwam er een hogere agent die vroeg wat er gebeurd was. Hij geloofde het wel. Hij zei tegen mij ‘ zulke mensen moet je aanklagen’ Toen vroeg hij of ik wat wilde eten of drinken. Hij vond het heel erg dat het gebeurd was. Hij drong aan dat ik de volgende dag het verhaal zou vertellen en een klacht tegen deze agent zou moeten indienen. Ik kreeg drinken. Ik moest daar blijven slapen. Ik heb mijn vrouw mogen bellen. Mijn vrouw heeft mijn zakenpartner gebeld om voor de volgende dag een vervangende opticien te regelen. De volgende dag rond 9.30 uur heb ik opnieuw mijn verhaal gedaan bij een agent. Ik merkte en voelde dat hij het verhaal van mij zo vreemd vond, dat hij het bijna niet kon geloven. Ze hebben me weer naar mijn cel gebracht. Dezelfde agent kwam erna met iemand anders een soort chef, die heeft een gesprek met mij gevoerd. Hij vond het jammer dat het zo is gegaan. We willen graag dat je een gesprekje met de betreffende agent samen met mij en mijn collega hebt. Dat we daar een afspraak maken om te praten over wat er allemaal mis is gegaan. Ik bedankte hem voor het begrip maar zei dat het van mij niet hoefde. Ik had er geen vertrouwen in, het is op deze manier niet meer recht te zetten. Ik zei dat ik wel een klacht wilde indienen. Hij zei ‘ je bent nu boos, wacht even. Zelfs als je je later bedenkt kun je toch dit gesprek nog hebben.’
Ik mocht naar huis. Het was inmiddels 11.30 uur. Ik moest met slippers en alleen een T shirt ongeschoren met de bus naar huis.
Na drie vier dagen ging ik terug naar de Nassauweg en zei dat ik een klacht in wilde dienen en dat ik een kopie van mijn proces verbaal wilde. Dat kreeg ik niet. Ik moest bij het politiebureau bij de Staart een klacht indienen. Ze hebben een afspraak gemaakt voor maandag later. Ik had de naam van de agent niet gekregen. Ik heb weer een gesprek gevoerd met de chef van de desbetreffende agent. Na drie kwartier praten kreeg ik een klachtenformulier dat ik moest invullen en terugsturen.
De week erna kwam iemand tegen die ik kende die me aanraadde om een Burgerlijk Proces Verbaal te maken. Er werd aangeraden om een kopie van het proces verbaal te krijgen. Ik heb dat opnieuw geprobeerd en het werd me geweigerd. Ik heb indertijd het proces verbaal gelezen en ondertekend omdat ik in de veronderstelling was dat ik niet vrijkwam als ik het niet tekende.
Ik heb geen klacht ingediend. Ik wilde wachten tot er meer duidelijkheid was. Ik heb inmiddels een bericht ontvangen dat ik niet vervolgd wordt voor belediging van ambtenaar in functie. Ik wil alsnog een klacht indienen om dat het me niet loslaat en aan me vreet.
Sjoerd
C.J. Vos
H. B.H.E. Koekkoek
Dordrecht