Pleitnota Portiek

Rechtszaak Ferdinand en Frits
Parketnr: xxxx
Volgnr: xxxx

Relevante aangebrachte stukken:

  • APV 2005 artikel 2.4.9 en APV 1998 2.4.14
  • IBG bericht met adres Willem Dreeshof van Martinus
  • Burgerlijke processen verbaal Ferdinand en Frits

Dordrecht, dinsdag 15 november 2005,

Edelachtbare,

Wil het tenlaste gelegde strafbaar zijn, dan moet er zowel bij het oude artikel van de APV 1998, 2.4.14, als het gelijkluidende nieuwe artikel van de APV 2005, 2.4.9 sprake zijn van het zich hinderlijk, zonder redelijk doel zich bevinden in een portiek.

Uit het proces verbaal, opgemaakt door Schot en van den Berg, blijkt op geen enkele wijze dat er zelfs maar gevraagd is of Ferdinand of Frits een redelijk doel hadden om zich op dat moment op die plek te bevinden. Uit het proces verbaal is ook niet op te maken dat er op dat moment op die plek een klacht was binnengekomen over Ferdinand of Frits. Uit niets blijk dat er sprake was van overlast of hinder. Het pure feit dat iemand jong is en in een portiek staat mag geen reden zijn te verbaliseren op dit artikel. Op 29 oktober 2004 woonde Frits aan de Willem Dreeshof en had hij een goede reden zich in zijn eigen portiek te bevinden. Ook zijn vrienden die daar, bij zijn huis wachtten tot hij weer naar buiten kwam hadden een goede reden zich daar te bevinden: ze wachtten op hun vriend.

Het is al pijnlijk genoeg dat in deze stad relatief weinig plekken over zijn, die bedoeld zijn voor jongeren. Plekken waar jongeren zich niet opgejaagd voelen, niet herhaaldelijk aangesproken worden door opsporingsambtenaren.

Het is volstrekt duidelijk dat Ferdinand en Frits niet strafbaar zijn voor het door de Officier van Justitie aangebrachte feit, om de volgende redenen:

Bij het opstellen van het ten laste gelegde artikel 2.4.14 (heden 2.4.9.) van de APV Dordrecht is de opzet geweest overlast tegen te gaan. Het woord hinderlijk geeft dat in de formulering aan. De verbalisanten hebben niet gevraagd naar de reden van het (korte) verblijf in het portiek, niet afgewogen of het verblijf ter plekke met een redelijk doel was.
Frits woonde op dat moment op het Willem Dreeshof. Hij was net binnen geweest en kwam van zijn eigen huis uit naar buiten, waar zijn twee vrienden op hem wachtten. Als dat geen redelijk doel is, het even wachten tot iemand naar buiten komt, wat staat ons dan nog meer te wachten? Dat je als je te lang wacht met het vinden van je sleutel je een bekeuring krijgt? Als je met een buurman over het weer praat, je in overtreding bent? Geldt dit dan uitsluitend voor jongeren? Waarom zou hier dan in dit geval geen sprake zijn van leeftijdsdiscriminatie ten aanzien van jongeren?
De formulering van het proces verbaal is tendentieus. Er wordt gezegd dat er vermoedelijk geblowd werd, maar daarvan is geen enkel bewijs geleverd en het is ook niet vervolgd, dus die desbetreffende mededeling bij dit proces verbaal is ten onrechte suggestief en dient buiten beschouwing te blijven. Het ziet er naar uit dat de agenten vast van plan waren een boete te geven voor het openbaar blowen en uit frustratie van het niet kunnen constateren van openbaar blowen overgingen tot het verbaliseren voor het zonder redelijk doel hangen, zonder daarbij af te wegen of het uitschrijven van een dergelijk proces verbaal in die omstandigheden redelijk was.

De constatering in het proces verbaal ‘ dat er wel vaker geklaagd werd door omwonenden’ zegt niet iets over overlast van Frits en Ferdinand, op die plaats op die dag, op dat tijdstip.
Wij vragen u Frits en Ferdinand te ontslaan van rechtsvervolging, wat zij deden was in deze omstandigheden niet strafbaar. Mocht u alsnog overgaan tot veroordeling dan vragen wij u dat op zo’n manier te doen, dat wij in hoger beroep deze zaak opnieuw ter beoordeling aan de rechter voor kunnen leggen.

Namens Frits en Ferdinand,

J.M.G. Hulsman